Canarische Dadelpalm (Phoenix Canariensis)

Deze mooie palm heeft zijn oorsprong op de Canarische eilanden, waar hij onder andere wordt gebruikt voor straatversiering. Door zijn majestueuze omvang (tot 12-14 mtr. hoogte) is dit een van de bekendst palmsoorten.
Mooi voor Nederland is, dat hij winterhard is bij niet te lang durende lichte vorst. Bij strengere vorst of aan hou-dende lichte vorst dient hij ingepakt en evt. bijverwarmd te worden. Als kuipplant kan hij onder een min of meer vorstvrij afdak gezet worden als er genoeg licht is. Het is een die tot de familie van de Araceae be-hoort en zijn dadels zijn eetbaar, wat niet bij alle dadelpalmen het geval is.

Hoe onderhoudt u deze plant?

Phoenix Canariënsis palmen hebben een grond nodig die nooit uitdroogt en ze vragen best veel water. Regelmatig dient u handmatig te controleren of de grond (nog) vochtig is. Op warme dagen en in de buitenlucht verbruikt hij meer water dan binnen, dan is dagelijks begieten meestal nodig. Tevens maakt het uit waar hij staat, hoeveel zon er op komt, of dat hij ook schaduw krijgt. Bovendien: hoe groter, hoe meer hij wil drinken.
De grond mag ook niet té nat zijn, het is geen waterplant, en zijn wortels mogen niet in het water staan! Heeft u teveel water gegeven, sla dan een dag (of dagen) over en controleer opnieuw.

Wanneer deze palm binnen staat kan hij gevoelig zijn voor 'spintluizen', die vaak verschijnen bij een te droge lucht. Daartegen kan de palm geregeld met water besproeid worden: het liefst onthard of gekookt water (tegen kalkvlekken) enkele keren per week, want daar kunnen ze niet tegen. Ook kunt u hem eens in een milde regenbui buiten zetten, dan is hij helemaal blij. Natuurlijk zijn er biologische of chemische sproeimiddelen verkrijgbaar, maar buiten in de regen is beter.

Een goede plek bepalen

Deze palm kan best veel zon verdragen en houdt daar ook van. Direct zonlicht eveneens, dus is zijn beste plaats buiten in de zon. Bij extreme zon kunnen oudere bladeren soms verbranden, maar daar staan al die andere groenblijvende bladeren tegenover. De palm hoeft niet beslist de hele dag in de zon te staan, maar als hij een té donkere plaatst krijgt stagneert de groei en maakt hij geen nieuwe bladeren meer aan. Daarom moet hij toch wel de helft van de dag direct zonlicht krijgen als het weer het toelaat.

Net als alle planten in de natuur is het logisch dat hij (als binnenplant) in het winterseizoen kouder wordt ge-houden dan in het zomerseizoen. Een onverwarmde kamer is dan een uitkomst, maar hij blijft wel goed licht no-dig hebben.

Hoe zorgt u voor de juiste voeding?

Als hij in de groeiperiode is kan hij eens per week palmenvoeding gebruiken. In het voorjaar en de zomer is dit, net als voor alle planten in de natuur, het beste seizoen. Pas op dat u niet meer geeft dan nodig is en geef ook niet extra als u het een keer vergeten bent, want bijvoeding steekt nauw. Op de verpakking staan de doses aan-gegeven.

Verpotten van de Canariensis

Het verpotten als dit nodig is, doet u bij uitstek in het voorjaar of vroege zomer, als de groei er nog in zit. De nieuwe pot dient redelijk groter te zijn dan de vorige en zorg dat de wortelkluit meegaat; hou de beschadiging van de wortels zo beperkt mogelijk. Net als bij alle tuinplanten stagneert de groei in herfst en winter, bijvoeden is dan niet meer gewenst omdat de plant rust tot het voorjaar.

Natuurlijke bladsterfte

Net als bij veel andere planten/bomen worden bladeren met enige regelmaat bruin en sterven af, dit gebeurt normaliter onderaan. U hoeft zich hier geen zorg over te maken, daartegenover krijgt hij bovenin geregeld weer nieuw blad. U kunt de dorre bladeren laten hangen als een 'rok' zolang het nog goed lijkt, of u kunt ze weghalen, wat u ook maar mooi vindt. Worden er ook in het midden of bovenin bladeren bruin, dan kunt u eens goed onder-zoeken of u fouten maakt met de bewatering. Ook bij plotselinge temperatuurverschillen wil het blad ook nog weleens reageren (saamgeknepen bladeren). Dit kan het geval zijn bij een snelle seizoenswisseling of verplaatsing naar een andere ruimte.

Als er bladeren bruine punten gaan vertonen, wat nogal gauw gebeurt als hij toch te droog is geweest of -heeft gestaan; dan kunt u deze gewoon met een schaar afknippen. En een te ver versleten 'rok' kunt u met een scherp mes of snoeischaar bij de basis afsnijden, blad voor blad. Bij deze palm is het niet mogelijk de stam af te snijden in de hoop dat hij weer uitloopt: dan zal hij helaas doodgaan.

De bloemen van de Canariensis

Deze palm zal in de woonkamer niet tot bloei komen, omdat hij pas bloeit als hij volwassen is en wegens de hoog-te zal dit binnenshuis niet aan de orde komen. Een bloei vergt heel veel energie dus mocht dit al eens het geval zijn, bijv. in een fabriekshal met extra hoogte, dan is het beter de bloemen weg te knippen om de palm niet te-zeer te belasten.

Hoe kan ik de Canariensis vermeerderen?

Een palm kan natuurlijk niet gestekt worden, aangezien hij maar 1 stam heeft, daarom is vermeerdering alleen mogelijk door zaden. Dit is een langdurig en ingewikkeld proces waar een constant hoge temperatuur bij nodig is. Wij raden dit ingewikkelde proces af, en raden aan kleine goedkope dadelpalmpjes te kopen voor een lage prijs.